Veelgestelde vragen
Staat het antwoord op jouw vraag er niet bij hieronder? Bel of mail met auteur Jennemieke Snijders.
Voldoet de methode aan de kerndoelen?
Ja, de methode voldoet volledig aan de kerndoelen en TULE.
Dat zeggen niet alleen wij, maar blijkt ook uit de objectieve analyse van het LKCA. Deze kwam mede tot stand met hulp van muziekdocenten van verschillende paboās en conservatoria. Wij zijn trots op onze topscore voor Competenties Leerkracht en onze hoge scores op de overige onderdelen.
Hoe komt de doorgaande leerlijn tot uiting?
Met name in de werkvorm Muziektaal zit een strakke doorgaande leerlijn wat betreft notenschrift. Hier vind je een overzicht van de muziektaal-onderwerpen die aan bod komen. Verder zit er een opbouwende lijn in de diverse thema's en werkvormen verwerkt. Check de onderwerpen die aan bod komen via inhoud per groep.
Wat krijgen de leerlingen aan notenleer?
Ze leren heel basaal noten lezen. Kwartnoot, halve noot, hele noot, achtste noot. Ze leren de C tot de B spelen. En maken kennis met andere basisbegrippen als crescendo, akkoorden, etc. Hier vind je een overzicht van de muziektaal-onderwerpen die aan bod komen.
Is de methode geschikt voor alle groepen?
Ja, de methode is geschikt voor groep 1 t/m 8. De lessen voor groep Ā½ wijken qua structuur af van die voor groep 3 t/m 8. Ze zijn opgezet als een lesideeverzameling, die je makkelijk in het thema-onderwijs inpast. In groep 3 t/m 8 zijn altijd zes lessen samengepakt onder 1 hoofdstuk. Zie inhoud.
Hoe lang duurt een les?
1 les bestaat uit verschillende werkvormen. Doe je ze achter elkaar, reken dan op een les van ongeveer 20 tot 25 minuten.
Je kunt er ook voor kiezen om de werkvormen te verdelen over meerdere dagen. Zo verdeel je het muziekplezier over de week.
Wij willen muziekles structureel op de agenda. Is de methode dan niet te hapsnapperig?
Nee, die keuze kun je zelf maken. Je kunt de werkvormen los van elkaar geven in de verscholen minuutjes of je geeft 1 les per week door alle werkvormen achter elkaar te plakken. Juist de flexibiliteit maakt het handig.
De methode ziet er eenvoudig uit. Geef je er wel goed muziekonderwijs mee?
Ja. Achter de schijnbare eenvoud gaat de kracht schuil. De doordachte methodiek helpt je om er muziekles mee te geven op het inhoudelijk niveau van een vakleerkracht.
Is de methode geschikt voor de vakleerkracht?
Ja, ook de vakleerkracht kan er prima les mee geven. De doorgaande leerlijn en het aan bod komen van een zeer breed scala aan muziekonderwerpen is zo gegarandeerd. We zeggen er wel bij: wij geloven in ontwikkeling van een groeimindset onder je leerlingen. Dat betekent dat de groepsleerkracht het allerbeste rolmodel is die een leerling zich kan wensen. Zie onze visie.
Geven jullie ook trainingen in deskundigheidsbevordering?
Ja. Wij geven regelmatig de driedaagse workshops omtrent Mindset & Muziekonderwijs. Daarnaast kun je bij ons terecht voor didactische muziekvaardigheidstrainingen, bijvoorbeeld āhoe leer je een liedje aanā of āhoe zorg je voor luisterconcentratieā. Deze geven we in samenwerking met (objectieve) muziekconsulenten.
Welke instrumenten moeten we minimaal in huis hebben?
Check de instrumentenlijst.
Worden er ook boomwhackers gebruikt in de methode?
Die keuze maak je zelf: of je gebruikt staafinstrumenten of je gebruikt boomwhackers (of allebei). Boomwhackers hebben als voordelen dat ze heel motiverend werken en dat je ze er makkelijk bij pakt. Als nadeel hebben ze dat een leerling maar maximaal twee noten in een speelstuk kan spelen (omdat ze maar twee boomwhackers vast kunnen houden).
Daar komt bij: wij kiezen bewust niet voor gekleurde noten zoals je in speelstukken voor boomwhackers ziet. We denken dat het leren lezen van noten - en niet het leren lezen van kleur - bij goed muziekonderwijs hoort. Leerlingen hebben er een leven lang plezier van als ze juist op deze leeftijd het reguliere notenschrift leren kennen, waarmee alle muzikanten met elkaar communiceren.
Dus leerlingen leren niet dit...
...of dit...
... maar de universele muziektaal van muzikanten:
Bekijk hier de objectieve analyse van het LKCA (pdf). Deze kwam mede tot stand met hulp van muziekdocenten van verschillende paboās en conservatoria. Wij zijn trots op onze topscore voor Competenties Leerkracht en onze hoge scores op de overige onderdelen.
Wat zijn de grootste verschillen met de andere muziekmethodes op de Nederlandse markt?
- Wij zijn geen zangmethode. Goed muziekonderwijs is volgens ons vele malen breder dan elke week liedjes zingen, af en toe aangevuld met een muziekspelletje. Je geeft met onze methode echt muziekles. Daarom vind je in onze methode 9 werkvormen, die een breed spectrum van muziek belichten. Zoals je ons inziens mag verwachten in basisonderwijs.
- Onze methode is gebaseerd op de breinprincipes. Uit hersenonderzoek blijkt dat autonomie en status ervoor zorgt dat het brein in een open leerstand komt. Daarom hebben wij deze breinprincipes verwerkt in 1 motiviatietip per werkvorm. Grote voordeel: je leerlingen zullen gemotiveerd meedoen met de muziekles.
- Wij geloven dat een groeimindset de beste basis is voor talentontwikkeling. Daarom is onze methode doorspekt met aanwijzingen om deze groeimindset te ontwikkelen onder leerlingen en groepsleerkrachten.
- Uit onderzoek blijkt dat niet een speciaal muzikaal talent je verder brengt op muziekgebied, maar een motiverend rolmodel dat bij voorkeur de groepsleerkracht is. Daarom kiezen we uitdrukkelijk niet voor een online muziekjuf of -meester. Een online muziekjuf bevestigt impliciet richting kinderen dat je 'blijkbaar' een speciaal talent nodig moet hebben om muziek te mogen maken. Dit stimuleert een vaste mindset en remt hun talentontwikkeling. Wij willen leerlingen leren dat muziek een kwestie van doen-doen-doen is. De groepsleerkracht is daarbij degene die daarin voorop hoort te gaan.
Het antwoord op jouw vraag niet gevonden?
Stel je vraag hieronder en auteur Jennemieke geeft vandaag of morgen antwoord.